Blij worden van Nederlands zingen

Maar ik moest wel. Tijdens de laatste redactievergaderingen van Taalunie:Bericht had mijn collega Folkert steevast  in de groep gegooid dat we in ons tijdschrift toch echt aandacht moesten besteden aan Zing Nederlands met me in Paradiso in Amsterdam. Hij had zelf in Brussel de seizoensafsluiter bezocht van de Gelukkig Zijn Sessies, waar anderstaligen al zingende Nederlands leren. ‘Een heel ongedwongen en positief meezingsfeest’, had hij ervaren. En ‘zelden zoveel blije leerders van het Nederlands bij elkaar gezien’. We gaven Folkert zijn zin. Taalunie:Bericht zou verslag doen.

We worden allemaal gesommeerd te gaan staan, want zingen, dat doe je staande.

Stralende ogen

Een zonnige zondagmiddag, even na half drie. De bovenzaal van Paradiso loopt langzaam vol. Langs de kant staan stoelen, we krijgen een drankje aangeboden en met liedboek Zing Nederlands met me in handen, zoek ik een plaatsje. Dat is maar voor even. Om drie uur worden we namelijk gesommeerd allemaal te gaan staan, want zingen, dat doe je staande. Initiatiefnemer Babs Gons heet ons welkom, ze heeft er zin in; haar ogen stralen. Kort geeft ze aan wat de bedoeling is: Nederlands leren, maar ook genieten, want de liedjes zijn gewoon leuk en plezierig. ‘We hebben dit al een paar keer eerder gedaan en ik beloof u: u gaat glimlachend de trap af’.

Complimenten voor ons Surinaams

We boffen: voorzanger is Big Boy Caprice en op de piano begeleidt Ricardo de Rooy ons. Het thema van de middag is ‘Huis en tuin’. Big Boy Caprice inventariseert eerst de afkomst van de circa zestig potentiële meezingers. Zo’n 75% blijkt Nederlands als moedertaal te hebben en lijkt dus te zijn afgekomen op de uitdaging om uit volle borst Nederlandse klassiekers mee te zingen. Maar dat valt tegen. Uit de hoge muziekhoed komt eerst een gedeeltelijk Surinaams liedje: Tuintje in mijn hart van zanger en rapper Damaru. We krijgen een clip te zien waarin Damaru en Jan Smit het aanstekelijke lied vertolken en daarna mogen we het zelf proberen. De Nederlandse zinnen lopen lekker, met het Surinaams (bijvoorbeeld mi rowsu en yu mooi steng yu mooi ay) hebben de meesten meer moeite. ‘Surinaams is niet supermoeilijk hoor’, moedigt Big Boy Caprice ons aan. We slagen voor deze test. ‘Mijn complimenten voor jullie Surinaams’, besluit hij. ‘Ik zou zeggen: boek een vlucht.’

‘Kom op swingen, met alle passie en pit die in je zit. Je staat tenslotte te zingen in Paradiso.’

Vers kopje thee is zoooo lekker

Dan is het tijd voor een paar klassiekers. De zaal brult mee met het eigen huis van René Froger, al verzoeken de niet-Nederlandstaligen of het wat langzamer mag en al blijken de coupletten tongbrekers te zijn. Een nog jonge Willeke Alberti verschijnt op het witte doek met herinneringen aan haar oude huis (‘Een warm gevoel, een dierbaar plekje, een leven lang aan het Floraplein’). Met Veldhuis en Kemper mogen we het prachtige In dit huis meezingen. Voorzanger Big Boy Caprice weet steeds de juiste snaar te raken. ‘Dat verse kopje thee is zoooo lekker’, houdt hij ons voor bij het lied van René Froger en als we bij Veldhuis en Kemper het ‘Maar zonder jou is het er geen’ na een paar keer oefenen feilloos uitbrengen: ‘Dat is prima, hier doe ik het voor’.

In beweging

Het laatste lied van de middag is Kom Van Dat Dak af van Peter Koelewijn. Big Boy Caprice trekt nog één keer alle registers open. ‘Niemand meer zitten nu, we gaan er een vrolijke boel van maken. Kom op swingen, met alle passie en pit die in je zit. Je staat tenslotte te zingen in Paradiso.’ Dat laten de mensen zich geen twee keer zeggen. De opzwepende muziek van Peter en zijn Rockets zet iedereen in beweging.

Om tien over vier is het feest voorbij. Folkert en Babs hebben niets te veel gezegd. Ik zie overal blije gezichten; het was een vrolijk makende middag. Gaat dat zien, horen én meemaken.