Gebaar jij al Vlaams of Nederlands?
Dat doven en slechthorenden een gebarentaal gebruiken om met elkaar te communiceren weten veel mensen wel. Maar de meesten weten maar weinig over wie de 'sprekers' zijn, met hoeveel ze zijn, hoe die talen precies werken en wat hun status is. Corrie Tijsseling van de Nederlandse organisatie Dovenschap en Marieke Kusters van Doof Vlaanderen vertellen er meer over.
Gebarentalen zijn even spontaan ontstaan als gesproken talen, want de behoefte om te communiceren is bij dove mensen natuurlijk even groot als bij horenden. Waar horende mensen klanken gebruiken om contact te leggen, maken doven gebruik van gebaren. Deze gebarentalen zijn volwaardige talen met een eigen grammatica en lexicon.
Diverse groep
Corrie Tijsseling: 'Mensen die gebarentaal hanteren, noemen we 'gebarentaligen'. Er zijn geen precieze cijfers bekend, maar naar schatting zijn er in Nederland tussen de 12.000 en 20.000 'native signers', mensen die doof geboren zijn of heel jong gebarentaal hebben geleerd. Daarnaast zijn er de 'new signers', mensen die om welke reden dan ook pas op latere leeftijd gebarentalig werden. Dat is een diverse groep die onder meer bestaat uit mensen die later doof of slechthorend zijn geworden, ouders van dove kinderen, of mensen die een opleiding gebarentolk hebben gevolgd. Het aantal gebarentaligen ligt dus een stuk hoger dan het aantal dove en slechthorende mensen.'
'In Vlaanderen zijn er ruw geschat een 6000-tal dove mensen die VGT-talig zijn', vertelt Marieke Kusters. 'Dat is maar een klein deel van de 60.000 mensen die doof of slechthorend geboren zijn en de 800.000 mensen die op latere leeftijd aan een of andere vorm van gehoorverlies zijn gaan lijden. Daarnaast zijn er naar schatting 7000 horende mensen die VGT kennen.'
VGT en NGT
Vlaamse Gebarentaal (VGT) en Nederlandse Gebarentaal (NGT) zijn niet hetzelfde. Marieke Kusters: 'Nederlandse Gebarentaal (NGT) is heel verschillend van VGT, en VGT vertoont dan weer meer overeenkomsten met de Frans-Belgische Gebarentaal (LSFB) dan met de Nederlandse. Gebarentalen hebben veel iconische gebaren, vergelijkbaar met klanknabootsingen in gesproken talen, waardoor we elkaar wel vrij makkelijk begrijpen. Ook het mondbeeld, gebaseerd op de gesproken taal, helpt om een andere gebarentaal te begrijpen.'
NGT heeft een stevige plaats veroverd in de Nederlandse samenleving. Corrie Tijsseling noemt als voorbeelden de tolk NGT bij de ochtendjournaals, de toespraken van de koning, de Troonrede en het jeugdjournaal. Daarnaast is er de NGT-vertaling op diverse overheidswebsites, tweetalig onderwijs voor doven en slechthorenden, tolkvoorziening voor arbeid en voor privé, het recht van iedereen tot dertig jaar die onderwijs volgt op een tolk tijdens de volledige onderwijstijd, en de app iSign met basisgebaren uit NGT van het Nederlands Gebarencentrum. Helaas is er voor kwetsbare groepen mensen en dove migranten wel nog heel wat werk aan de winkel.
Status gebarentaal
Hoewel er al meer dan twintig jaar voor wordt gepleit, is NGT in Nederland nog niet als officiële taal erkend. Volgens Corrie Tijsseling zijn er twee struikelblokken: ten eerste is 'taal' geen onderwerp dat in Nederland speelt en daarnaast is die officiële erkenning volgens de overheid niet nodig, omdat er al 'maatschappelijke erkenning' is. 'In 2016 hebben twee politieke partijen, de Christen Unie en de Partij van de Arbeid, wel een wetsvoorstel ingediend voor de erkenning van de NGT, bovendien heeft de Raad van State al een advies uitgebracht. Door tijdgebrek bij de CU en de PvdA is het nog niet gelukt om het wetsvoorstel te herzien aan de hand van het advies van de Raad van State. Het proces ligt dus nog even stil.'
In Vlaanderen is de situatie net omgekeerd. 'Op 26 april 2006 werd de Vlaamse Gebarentaal erkend door het Vlaams Parlement. De taal is niet als officiële taal erkend, zoals het Nederlands, Frans en Duits, maar wel als minderheidstaal die wettelijke bescherming geniet. Na twaalf jaar blijft die erkenning echter vooral symbolisch. Gebarentaligen kunnen hun rechten nauwelijks afleiden uit het decreet en de Vlaamse erkenning is niet verankerd in een federale wet. Daardoor hebben de Vlaamse gebarentaligen in de praktijk nog steeds minder rechten dan hun taalgenoten in Spanje, Finland, IJsland en zelfs in de Franstalige Gemeenschap in België,' vertelt Marieke Kusters.
Te beperkt
Op maatschappelijk vlak geldt de uitdrukking 'onbekend is onbemind'. 'Ouders van dove baby's krijgen bijvoorbeeld weinig of geen informatie over VGT. En als ze er dan toch voor kiezen, weten ze niet hoe ze het moeten aanpakken. Er bestaan immers geen volwaardige cursussen VGT op maat van gezinnen. Ook Kind & Gezin (het Vlaamse consultatiebureau, red.) heeft te weinig expertise hierin. We pleiten bovendien voor tweetalige klassen NL-VGT in het reguliere kleuter- en lager onderwijs voor dove kinderen en voor horende kinderen met dove ouders of andere gezinsleden. Tweetalige, liefst dove, leerkrachten zouden daar voor de klas moeten staan. Die klassen kunnen bestaan naast de gewone Nederlandstalige klassen, die VGT dan als taalvak zouden kunnen krijgen, zodat er uitwisseling is. Zo'n model zou de inclusie zeker bevorderen.'
'Een tweede probleem is het beperkte aantal tolken VGT. Er is een masteropleiding tot tolk VGT en er zijn enkele Centra voor Volwassenenonderwijs die de opleiding aanbieden. Maar er zijn nog steeds erg weinig kwalitatief goede tolken en hun statuut en vergoeding is ondermaats. Daardoor krijgen dove kinderen in het reguliere onderwijs niet de ondersteuning van een tolk waar ze recht op hebben, en ook volwassenen krijgen niet alle tolkuren toegewezen. Dat aantal bedraagt maximaal 36 uur per jaar voor alle mogelijke privésituaties en dat is te beperkt,' aldus Marieke Kusters.
'Er bestaan wel initiatieven, meestal gesubsidieerd door de minister van Cultuur: er zijn steeds meer kinderboekjes in VGT, er is een Facebookpagina 'Vlaamse Gebarentaal leren' met meer dan 6000 volgers, Karrewiet wordt vertaald door dove VGT-tolken en heeft enkele programma's in VGT online staan, op www.mijnkindisdoof.be en doofgewoon.nl staat de documentaire Mijn baby is doof en zelfs Huawei deed onlangs zijn duit in het zakje met de app StorySign, die kinderverhalen toont in verschillende gebarentalen, waaronder VGT en NGT. Dat klinkt natuurlijk goed, maar we missen de basis: een dienst die VGT aanbiedt voor gezinnen en zorgt voor betere toegankelijkheid en bekendheid van VGT in de maatschappij.'
Samenwerking Vlaanderen en Nederland
De belangenverenigingen voor dove mensen in Vlaanderen en Nederland werken sporadisch samen. Zo hebben Doof Vlaanderen en Dovenschap al enkele keren samen een Werelddovendag georganiseerd, en in 2024 organiseren ze met Museum Robert Dresse in Luik het congres Deaf History International. Daarnaast doen lokale jongeren- en seniorenverenigingen aan uitwisselingen en delen het Nederlandse Gebarencentrum en het expertisecentrum Vlaamse Gebarentaal (VGTC) kennis en expertise met elkaar. Maar veel samenwerkingsinitiatieven tussen België en Nederland zijn er niet.
Positie van de Taalunie
Om de positie van gebarentalen te versterken kan het nuttig zijn dat Vlaamse en Nederlandse belangenverenigingen meer met elkaar samenwerken en van elkaars ervaringen leren om draagvlak te creëren en gerichte activiteiten te ontwikkelen. De Taalunie kan deze samenwerking mogelijk maken door spelers op het gebied van gebarentaal in Nederland en Vlaanderen bij elkaar te brengen. Daarom werd er in mei 2018 al een bijeenkomst georganiseerd waaruit bleek dat er behoefte is aan informatie over de verschillende vormen van gebarentaal en de beschikbare leermiddelen. De Taalunie kan onderzoek faciliteren dat als basis kan dienen voor verder beleid of voor de ontwikkeling van specifieke toepassingen voor het gebruik van gebarentaal.
De Taalunie houdt zich niet alleen bezig met het Nederlands, maar ook met het Nederlands in relatie tot andere talen die in Nederland en Vlaanderen gangbaar zijn. NGT en VGT horen daarbij. Daarom is de Taalunie groot voorstander van een erkenning van NGT in Nederland. Door de informatie op de website te vertalen naar NGT en VGT heeft de Taalunie ook een deel van haar website toegankelijk gemaakt voor doven en slechthorenden.
Bekijk hier de informatie over de Taalunie in Vlaamse en Nederlandse Gebarentaal.
Reacties
Reactie toevoegen