Hoe toegankelijk is het Nederlands voor blinde en slechtziende vertalers en tolken?
Ook met moderne technische hulpmiddelen lukt het blinde en slechtziende tolken en vertalers niet altijd om hun vak optimaal te beoefenen. De – blinde – Slowaakse onderzoeker Michal Homola pleit voor meer kennisoverdracht en voorlichting. Het Nederlands moet voor iedereen even toegankelijk zijn. Dat verdient extra aandacht, zeker nu uit een schaduwrapportage van de Alliantie voor Implementatie van het VN-verdrag Handicap blijkt dat het de afgelopen drie jaar zelfs moeilijker is geworden om volwaardig mee te doen in de (Nederlandse) maatschappij.
Natuurlijk gebruiken blinden en slechtzienden computers net zo vanzelfsprekend als zienden. Toch? Michal Homola (1992) wist in ieder geval niet beter. Blind geworden op zijn elfde, na een ziekte, had hij altijd schermleessoftware gehad die iedere internetpagina en elk Word-document voor hem voorlas. Later kreeg hij ook een zogeheten brailleleesregel: een apparaat waarmee hij tekst kan lezen en invoeren. Zo compenseert hij met zijn oren én zijn vingers zijn beperking.
Het sprak voor de Slowaak dan ook vanzelf dat hij zijn droom waar zou maken om tolk-vertaler te worden, ook al hadden meerdere mensen hem afgeraden die studie te kiezen. Op de Comenius Universiteit in Bratislava drong pas tot hem door dat professionals meer gebruiken dan alleen een office-pakket en een internetbrowser. En dat de gespecialiseerde software niet per definitie geschikt is voor blinden en slechtzienden.
Voortijdig stoppen
Het werd het onderwerp van zijn Nederlandstalige afstudeerscriptie, waarmee hij in 2017 zijn opleiding tot tolk-vertaler Duits en Nederlands afrondde: Taaltechnologie en hulpmiddelen voor blinde/slechtziende vertalers en tolken. 'Het thema had natuurlijk persoonlijke betekenis', vertelt Homola, die inmiddels aan zijn proefschrift werkt. 'Maar het is ook een uniek thema. Er is nog weinig onderzoek naar gedaan. Voor het Nederlandse taalgebied zelfs helemaal nooit.'
Homola vond vijf blinde en slechtziende tolk-vertalers in het taalgebied: drie uit Vlaanderen, twee uit Nederland. Een daarvan was na acht jaar gestopt, omdat de problemen die ze had als gevolg van haar beperking te groot waren geworden. 'Het komt ook in andere landen vaak voor dat blinden en slechtzienden voortijdig met hun job stoppen. Dat is zonde en onterecht. Maar ze weten vaak niet welke oplossingen voorhanden zijn. Die informatie verspreiden was ook een motivatie voor deze scriptie.'
De problemen voor vertalers en voor tolken zijn verschillend. Het grote probleem voor vertalers is het gebruik van CAT-tools: technologie voor het geautomatiseerd vertalen van digitale documenten. 'Daarmee kun je sneller en efficiënter vertalen. Het is essentieel die te gebruiken, omdat snelheid voor een opdrachtgever tegenwoordig een van de belangrijkste criteria is bij zijn keuze voor een vertaalbureau. Helaas zijn niet alle CAT-tools toegankelijk voor blinden en slechtzienden.'
Liever mooi dan inclusief
Dat geldt ook voor de meest gebruikte tool: SDL Trados Studio. De software ziet er grafisch goed uit, maar de gebruikte symbolen of grafische tekens worden niet herkend door schermleessoftware en brailleleesregels. Ook is voor bepaalde informatie de verandering van kleur essentieel waardoor blinden en slechtzienden er niet mee kunnen werken.
Een groot probleem voor tolken zit hem in het maken van aantekeningen tijdens het luisteren. 'Een blinde of slechtziende tolk kan geen gebruik maken van schermleessoftware. Je kunt immers niet tegelijk luisteren naar een spreker én naar de schermleessoftware die je aantekeningen voorleest. Daarvoor heb je een brailleleesregel nodig, omdat je dan niet je oren maar je vingers gebruikt.'
Maar een blinde of slechtziende tolk kan met een brailleleesregel niet zo goed aantekeningen maken als een ziende tolk. 'Veel tolken hebben een eigen systeem van symbolen om met, zeg, één streepje een term als ‘financiële crisis’ aan te duiden. Het is een persoonlijk steno om snel veel informatie te kunnen noteren. Als je blind bent, kun je geen vergelijkbaar individueel systeem maken. Dat werkt niet met een brailleleesregel. Terwijl je toch net zo snel moet tolken.'
Maatschappelijk meedoen
Blinde of slechtziende tolken moeten daarom, gebruikmakend van bestaande letters en leestekens, een systeem van afkortingen ontwikkelen. 'Die mogen niet te kort zijn, omdat een afkorting dan meerdere dingen kan betekenen. Maar ook niet te lang, omwille van de efficiëntie van het tolken. Ik ben daar zelf bij geholpen door blinde collega's met meer ervaring. Helaas kende ik er maar drie, en geen van hen heeft ervaring met vertalen uit het Nederlands.'
Natuurlijk moeten deze problemen worden verholpen. Dat vindt niet alleen Homola. De Braille Autoriteit, waarin sinds 2017 alle Vlaamse en Nederlandse niet-commerciële organisaties op het gebied van braille zijn verenigd, formuleerde vorige week bij haar vijfjaarlijks symposium als kernboodschap: 'Braille is maatschappelijk meedoen'. Ook de Taalunie, waar de Braille Autoriteit is ondergebracht, wil zich breder inzetten voor het toegankelijk maken van het Nederlands voor mensen met een beperking.
'Eigenlijk zouden problemen met CAT-tools niet hoeven te bestaan', vertelt Homola. 'Er is een Europese richtlijn waarin staat dat alle bedrijven die met Europese instellingen samenwerken hun producten en hun inhoud zó moeten aanbieden dat verschillende groepen mensen met een beperking ze kunnen gebruiken, waaronder blinden. Maar in de praktijk is dat niet altijd het geval.'
Te weinig contact
Hij denkt niet dat organisaties als de Braille Autoriteit of de Taalunie er veel aan kunnen doen. Wel ziet hij graag dat onderling contact van blinde en slechtziende tolken en vertalers meer wordt gestimuleerd. 'Van de vijf Nederlandstaligen die ik heb ondervraagd voor mijn onderzoek, had slechts één contact met een blinde of slechtziende collega.'
Terwijl het zo belangrijk is om elkaar te helpen bij specifieke problemen. Zo was het online woordenboek van Van Dale een tijd moeilijk toegankelijk voor blinden. Met de helpdesk van de uitgeverij lukte het om enkele instellingen te veranderen, zodat het beter werkte. Die informatie moeten blinden en slechtzienden met elkaar kunnen delen. En stel dat het probleem niet te verhelpen was, dan werkt het beter om gezamenlijk een vuist te maken. Dus: 'Meer kennisoverdracht en voorlichting, ja graag.'
Reacties
Reactie toevoegen