'Ieder toegevoegd project versterkt het taalbeleid'
Steeds meer instellingen in het hoger onderwijs maken werk van het vergroten van de taalvaardigheid van hun studenten. Op een nieuwe website, opgezet met steun van de Taalunie, vinden zij bestaande goede praktijken die ter inspiratie kunnen dienen.
Stel: je wil als hogeschool de schrijfvaardigheid van je studenten verbeteren. Hoe pak je dat aan? Welke begeleiding zet je op? Hoe ondersteun je docenten? Moet je materialen ontwikkelen? Kennisdelingtaalbeleid.org biedt uitkomst. Op deze gloednieuwe site, die sinds december in de lucht is, zijn tal van voorbeelden te vinden van taalbeleid in het hoger onderwijs dat zijn waarde in Nederland en Vlaanderen heeft bewezen. De Digitaalkit van Hogeschool UCLL, het programma 'Aan de slag' van de Universiteit Antwerpen, de publicatie VO-HBO: Aan de slag met taalbeleid van de Hogeschool Rotterdam – het staat allemaal samen in een database.
'Bij het opzetten van taalbeleid staan we allemaal voor dezelfde uitdagingen.'
'Een hogeschool of universiteit kan deze praktijken zelden één-op-één kopiëren,' waarschuwt voorzitter Pieterjan Bonne van het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs die de site heeft opgezet. 'Daarvoor verschillen instellingen te veel van elkaar. Zelfs opleidingen binnen een instelling verschillen enorm: aan studenten bedrijfskunde worden andere eisen aan hun taalvaardigheid gesteld dan aan studenten kleuteronderwijs.'
Maar: 'Bij het opzetten van taalbeleid staan we allemaal voor dezelfde uitdagingen,' vervolgt Bonne – in het dagelijks leven docent Engels en Nederlands aan de Arteveldehogeschool, waar hij al jaren medeverantwoordelijk is voor het taalbeleid van de instelling. 'Alle hier bij elkaar gebrachte projecten werken daarom inspirerend: om nieuwe op te zetten of bestaande aan te passen. Je zou kunnen zeggen dat met ieder toegevoegd project het taalbeleid in instellingen hoger onderwijs wordt versterkt.'
Kennismanagement
De kennisbank vloeit direct voort uit een advies van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren uit 2015, Vaart met taalvaardigheid, waarin zij aandrong op structureel taalvaardigheidsbeleid in het hoger onderwijs. Omdat hogescholen en universiteiten al veel op hun bord hebben en omdat er wel degelijk goede voorbeelden uit de praktijk bekend waren, moesten instellingen kennis en ervaring met elkaar delen, vond de Raad.
Nadat het Comité van Ministers, dat het beleid van de Taalunie vaststelt, het advies had overgenomen, vroeg de Taalunie aan het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs om de uitwisseling te organiseren. Een logische keuze en de organisatie was blij met de opdracht, al was het 'een hele uitdaging' volgens Bonne. 'Door de opdracht van de Taalunie werd de nood vanuit het veld voor kennisdeling bevestigd. De Taalunie vraagt zoiets niet als maar een handjevol mensen het willen.' Ook was de steun van de Taalunie essentieel om het project te kunnen uitvoeren. 'De Taalunie geeft feedback en ondersteunt ons tijdens het hele proces.'
Praktijkvoorbeelden
Kennisdelingtaalbeleid.org bevat op dit moment 31 goede praktijken, die op drie manieren doorzoekbaar zijn. Ten eerste op twaalf thema's, zoals meertaligheid, didactiek, leerlijnen en curriculum. Ten tweede op vijf doelgroepen, bijvoorbeeld student, docent, instelling en overheid. En tot slot op zeven vaardigheden, zoals spreken, schrijven en luisteren. De zoekcategorieën zijn ook te combineren en je kunt per onderwijsinstelling kijken wat er ondernomen wordt.
'De site vullen is nog niet zo simpel als het lijkt', vertelt Bonne. 'Je kunt niet zomaar powerpointpresentaties uploaden. Je moet zorgen dat de informatie toegankelijk, helder en duurzaam wordt gepresenteerd. We hebben daarom eerst goed nagedacht over hoe deelnemers de projecten moeten beschrijven en op welke vragen ze antwoord moeten geven. Denk aan vragen als: voor wie is het bedoeld? Maar uiteraard ook: welk taaldoel had het en wat was het effect?'
Om praktijkvoorbeelden te verzamelen begon het Platform met een inventarisatie op basis van bestaande interviews met eigen bestuursleden. Daarnaast organiseerde ze in 2018 vier 'schrijfdagen' rond steeds andere thema's. Zo werd bijvoorbeeld in Antwerpen gesproken over taalbeleid voeren en schrijfcoaching. Tijdens die dagen vulden verantwoordelijke beleidsmedewerkers als het ware de sjablonen in, terwijl ze kennis met elkaar deelden.
Volle breedte van het hoger onderwijs
De overzichtelijk gestructureerde voorbeelden in de kennisbank zijn afkomstig uit de volle breedte van het hoger onderwijs: van hogescholen én universiteiten, uit Nederland én Vlaanderen. Toch bevat de site op dit moment overwegend Vlaamse projecten, erkent Bonne. Voor een deel komt dat doordat er op de schrijfdagen meer respons was uit Vlaanderen, maar als de kennisbank verder wordt aangevuld, verdwijnt deze scheefgroei vanzelf, denkt hij.
De groei is gegarandeerd. Er staan nu al acht projecten in concept klaar voor publicatie. In het kader van kennisdeling ondersteunde het Platform ook de uitgave van een in mei 2019 te verschijnen publicatie met 26 nieuwe praktijkvoorbeelden van het Forum Taalbeleid Hoger Onderwijs uit Vlaanderen. Ook deze auteurs zullen hun voorbeelden op de site te delen. Verder zullen er opnieuw schrijfdagen worden georganiseerd.
De site is een werk in uitvoering. 'Na de schrijfdagen konden we in elke categorie ten minste één project tonen. En je moet zo'n site toch een keer lanceren', vertelt Bonne. 'Als je in een keer alles toont, gebeurt er niets op de site. Door nu steeds nieuwe voorbeelden toe te voegen, stimuleer je mensen regelmatig te gaan kijken. Er kunnen ook spontaan projecten worden ingezonden. We hebben er al twee ontvangen.'
Gemeenschappelijke succesfactoren
En het stopt niet bij het verzamelen van goede praktijken. In een tweede fase worden alle per definitie nogal ongelijksoortige voorbeelden in de databank geanalyseerd. Daarmee wil het Platform de gemeenschappelijke succesfactoren vinden van goede taalbeleidsinitiatieven in het hoger onderwijs. De studie is al uitgevoerd, maar het Platform schaaft de lijst met aanbevelingen nog bij. De presentatie ervan is voorzien voor eind mei 2019.
'Taalbeleid ontstaat vaak bottom-up, vanuit kleine initiatieven en dat moeten we koesteren.'
'Het belang ervan is tweeledig,' vertelt Bonne. 'Ten eerste kan iedereen zijn eigen initiatief evalueren. Ten tweede werken de aanbevelingen als een kader voor iedereen die de taalvaardigheid van studenten wil verbeteren. Een van de aanbevelingen is bijvoorbeeld: de taalvaardigheidsondersteuning moet zichtbaar zijn. Als je een goed initiatief hebt, maar de studenten kennen het niet, dan ben je ver van huis. Daarop kun je bijsturen, niet in het initiatief, maar in de communicatie erover.'
De site is een goede stimulans voor enthousiaste docenten, denkt Bonne. 'Taalbeleid ontstaat vaak bottom-up, vanuit kleine initiatieven en dat moeten we koesteren. De website biedt randvoorwaarden voor de praktijk, waardoor enthousiaste docenten zelf iets kunnen opstarten, ook al is er nog geen centraal beleid. Het geeft bevlogen docenten de kans het initiatief voor hun eigen studenten te nemen.'
Reacties
Reactie toevoegen