Nederland als literaire inspiratiebron
Heeft de internationale literaire wereld de Hollandse bodem ontdekt als inspiratiebron? Van een kus in het achterhuis tot een gestolen Nederlands topschilderij - de voorbeelden van recente buitenlandse romans die zich afspelen in Nederland lijken zich op te stapelen.
Ganzenbord Europa
In de afgelopen decennia kwam het aantal romans dat zich in Nederland afspeelt in een stroomversnelling terecht. Bekende bestsellers zijn Amsterdam (1998) van Ian McEwan of John Irvings A Widow for One Year (1998), of recenter The Thousand Autumns of Jacob de Zoet van David Mitchell (2010) en natuurlijk John Greens The Fault in our Stars (2012). Donna Tartts The Goldfinch (2013) is misschien de meest recente uiting van deze ontwikkeling, die de Amsterdamse hoogleraar moderne Europese Letterkunde, Joep Leerssen, ‘reisgids Europa’ noemt. Voornamelijk Amerikaanse auteurs, maar ook filmmakers hebben een fascinatie voor Europa ontwikkeld, vertelt hij. “Dat zie je bijvoorbeeld heel goed in de Dan Brown boeken, die nemen ons mee door Europa, van Parijs naar Italië. Of denk aan de filmreeks Oceans 11. Het is eigenlijk een groot ganzenbordspel Europa. Het zou gek zijn als Nederland dan niet ook af en toe zou meeliften.”
“John Green leek Amsterdam aantrekkelijk voor tieners met zijn reputatie van drugs en vrijheid."
Schrijversverblijf
Ook Fleur van Koppen van het Nederlands Letterenfonds herkent de enorme aantrekkingskracht die Nederland en met name Amsterdam uitoefenen op Amerikanen. Zij begeleidde lang het Writers in Residence-programma van het Letterenfonds dat sinds 2006 internationale schrijvers uitnodigt om een tijdje in Amsterdam te komen schrijven. “Oorspronkelijk was het programma gericht op Europa, maar omdat er zo veel belangstelling uit Amerika is, nodigen we elk jaar ook een Amerikaanse auteur uit.” Veel schrijvers hebben al voor hun verblijf bedacht over Nederland te gaan schrijven. “John Green leek Amsterdam aantrekkelijk voor tieners met zijn reputatie van drugs en vrijheid. Maar anderen raken ook ter plekke geïnteresseerd.”
Gouden Eeuw op nummer één
Ondanks de brede interesse in Europa ziet zij wel degelijk een specifieke belangstelling voor Amsterdam. “Drie thema’s zijn erg in trek: op nummer één de Gouden Eeuw en het VOC-tijdperk, die blijven nog steeds populair.” Kunst is daarbij vaak een inspiratiebron, zoals in The Goldfinch, maar ook in Tracy Chevaliers Girl with a Pearl Earring (1999) en The Miniaturist van de Britse debutante Jessie Burton (2014). “De andere twee zijn de Tweede Wereldoorlog en het stereotiepe beeld van Nederland als vrij, multicultureel en progressief land met ruime wetgeving op het gebied van euthanasie, drugs en prostitutie.”
Vaak speelt ook een persoonlijke band een rol in de keuze voor Nederland als decor. Zowel John Irving als Ian McEwan hebben een jarenlange vriendschap met hun Nederlandse uitgevers. Andere schrijvers zoals Tartt hebben veel trouwe lezers in Nederland en zijn er om promotieredenen al vaker geweest. Dan ligt het voor de hand om er ook eens een roman te situeren.
Zowel John Irving als Ian McEwan hebben een jarenlange vriendschap met hun Nederlandse uitgevers.
Niet veel meer dan mooi decor
Wie in deze romans rake beschrijvingen van de Nederlandse cultuur verwacht, komt echter bedrogen uit. Schetsen de historische romans vaak nog wel een aardig, al dan niet oppervlakkig beeld van het verleden, de in het Nederland van nu gesitueerde verhalen bevatten vaak niet meer dan een sfeerbeschrijving of een bekend cliché over onze samenleving. Zo vertrekken de personages in McEwans Amsterdam naar de hoofdstad omdat het daar makkelijker zou zijn om euthanasie te plegen.
Joep Leerssen vindt deze oppervlakkigheid niet zo vreemd. “Een locatie moet een combinatie zijn van iets vreemds en iets herkenbaars. Het gaat helemaal niet om de Nederlandse cultuur, maar om bezienswaardigheden. Je ziet dat deze boeken zich nooit afspelen in Almere of Helmond, maar op of in de buurt van een toeristische locatie als Amsterdam. Het is iets wat al in het culturele repertoire van de auteurs zit. Herkenbaar anders.” Het verhaal moet immers een breed internationaal publiek aanspreken, moet dus verrassend, spannend, maar ook enigszins vertrouwd zijn. De personages zijn dan ook nagenoeg nooit Nederlands, maar komen meestal uit het land van de auteur, met hun eigen culturele bagage. Als de protagonist zijn avonturen dan in een mooi grachtenpand beleeft, is dat voor de Nederlandse lezer mooi meegenomen.
Lange traditie
Een duik in de literaire geschiedenis leert dat de interesse voor Nederland als locatie niet nieuw is. Al in 1956 situeerde Albert Camus zijn roman La Chute (De val) in Amsterdam. De traditie van reisverslagen gaat nog verder terug. Vanaf de zestiende eeuw werd er regelmatig in andere talen geschreven over Nederlandse landschappen, mensen en hun cultuur. Deze verhalen kregen toen veel aandacht en werden zo snel mogelijk vertaald naar het Nederlands. Men wilde graag weten hoe er elders over ons werd gedacht.
“In Nederland wordt het extra snel opgemerkt als er een boek verschijnt dat zich hier afspeelt."
Onder het vergrootglas
“Het is inherent aan kleine landen dat ze het geweldig vinden om waargenomen te worden,” legt Joep Leerssen uit. “Dat zie je bij de Ieren, de Grieken en bij de Nederlanders ook heel duidelijk. We nemen onszelf onder een vergrootglas waar.” Aangezien een klein land als Nederland zelden de internationale publiciteit haalt, wordt het breed uitgemeten als een groot, machtiger land er aandacht aan besteedt. Het feit dat Nederland in het verleden een grotere rol speelde op het wereldtoneel versterkt dit verlangen nog.
Dit geldt ook voor de literatuur, beaamt Fleur van Koppen. “In Nederland wordt het extra snel opgemerkt als er een boek verschijnt dat zich hier afspeelt. Daar is altijd veel aandacht voor.” Uitgeverijen en bedrijven als City Marketing Amsterdam spelen hier handig op in door bijvoorbeeld te adverteren met de bekende auteurs of tours te organiseren langs herkenbare plekken uit de romans. Aangezien de romans vaak de mooie grachtengordel of indrukwekkende schilderijen als decor gebruiken, is het makkelijke deze als uithangbord te benadrukken.
Engelstalige focus
Of Nederland tegenwoordig daadwerkelijk een grotere rol speelt in de internationale literatuur is moeilijk te zeggen. Er is geen instantie die bijhoudt wat er zoal over Nederland verschijnt. Het beeld zou ook vertekend kunnen zijn door onze focus op Engelstalige publicaties. Er heerst al een paar decennia een dominantie van de Anglo-Amerikaanse cultuur, vertellen zowel Leerssen als Van Koppen, waardoor ons voornamelijk deze voorbeelden opvallen.
Ook in de Duitse literatuur wordt er regelmatig aandacht besteed aan Nederland. Zo heeft in de bestseller Elsa Ungeheuer van Astrid Rosenveld (2013) eveneens een schilderij uit het Mauritshuis een sleutelfunctie. Deze publicaties krijgen echter minder aandacht in Nederland. Op het ganzenbord Europa valt dus ook voor Nederlanders nog veel te ontdekken.
Ook Vlaanderen in de kijker
Kunnen we dezelfde trend ook waarnemen in Vlaanderen? Amsterdam lijkt duidelijk een grotere internationale aantrekkingskracht te hebben dan Brussel. We pikken er twee uit die het toch waagden om Brussel te portretteren. In Open City (2011) van de Nigeriaanse Amerikaan Teju Cole brengt het hoofdpersonage op zijn zoektocht naar zichzelf en zijn roots enige tijd in Brussel door. Recenter is Expo 58: A Novel (2014) van Jonathan Coe, over een half-Belgische Brit die een job krijgt in de ‘authentieke Britse pub’ op de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel.
Kent u nog andere voorbeelden? Laat het ons weten, en wie weet breien we een deel 2 aan dit artikel!
Reactie toevoegen